Elk orgel is uniek. Het wordt speciaal voor een bepaalde plek ontworpen en gebouwd. Afhankelijk van de plaats en de periode waarin het werd gebouwd, zijn er allerlei verschillen. De klank natuurlijk, maar ook de techniek hoe het is gebouwd. En dat maakt ook verschil voor hoe je het moet bespelen en welke muziek je er goed op kunt laten klinken. Zelfs orgels uit dezelfde tijd en van dezelfde orgelbouwer zijn nooit precies hetzelfde. Dan is er vaak weer verschil in het aantal en de soorten registers (de klankkleuren die de organist kan mengen). Door de zogenaamde ‘intonatie’ wordt de klank van een orgel precies afgestemd op de ruimte waarin het moet klinken (de akoestiek). Daarom zijn oude orgels ook vaak een monument en wordt er veel zorg en aandacht aan besteed.
Hoe oud is het orgel?
Door de eeuwen heen werden oude orgels vaak aangepast aan de nieuwe smaak. Net zoals je dat soms bij gebouwen kunt zien. Dat kan een heel ingrijpende verandering zijn, waardoor het orgel niet eens altijd mooier gaat klinken. Als de eigenaar van het orgel een restauratie wil laten uitvoeren, is het dus maar de vraag naar welke tijd en situatie het orgel moet worden teruggebracht. Voordat men aan zo’n groot en duur project begint, wordt er daarom altijd eerst heel goed studie van gemaakt. Er zijn speciale orgeladviseurs die daarvoor geleerd hebben.
Wat is een ‘mooi orgel’?
Of een orgel mooi en bijzonder is kun je op verschillende manieren beoordelen. Je kunt kijken naar de buitenkant. Mensen die (nog) niet zoveel van orgels weten, kijken alleen naar het orgelfront. Vaak is dat mooi versierd met houtsnijwerk en soms met beelden van engeltjes met trompetten. Zo ziet het er mooi uit in de ruimte.
Maar een orgel zonder bijzondere buitenkant kan wel een bijzonder mooie klank hebben. Of het kan een heel belangrijk orgel zijn voor een bepaalde periode uit de geschiedenis van de orgelbouw. Wanneer er in het orgel zeldzame of bijzondere pijpen zitten, die iets vertellen over de geschiedenis. Of wanneer het orgel technisch heel knap gemaakt is met mooi materiaal en goed vakmanschap.
Hoe moet je een orgel onderhouden?
Elk orgel vraagt om vakkundig onderhoud. Jaarlijks moet het worden gestemd en moeten alle mechanische delen goed worden gecontroleerd of bijgesteld. Ook als een orgel heel goed wordt onderhouden, komt er toch stof in en kunnen onderdelen slijten. Daarom is er na 10 of 20 jaar altijd weer een grote onderhoudsbeurt nodig. Bij een hele grote onderhoudsbeurt wordt het orgel vaak helemaal uit elkaar gehaald. Meestal gaan de onderdelen dan naar de werkplaats van de orgelmaker.
De pijpen worden dan grondig gereinigd en alle onderdelen worden volledig nagekeken en waar nodig hersteld of vervangen.
Als er gewerkt moet worden aan het gebouw, wordt het orgel altijd goed ingepakt om te voorkomen dat het schade oploopt.
Een orgel is bijzonder gevoelig voor grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Dat hoor je al meteen aan het geluid, maar het kan ook schade aanrichten aan de onderdelen. Zo kan het hout gaan barsten als het te droog wordt.
Geen kerk meer?
De meeste orgels vind je in kerken. Als een kerk verkocht wordt en niet meer als kerk wordt gebruikt, moet er ook nagedacht worden over het orgel. Soms kan het in de kerk blijven. Bijvoorbeeld als die voortaan wordt gebruikt als concertzaal. Het kan dan gebruikt worden voor concerten of voor lessen. Lukt dat niet dan kan het orgel soms verplaatst worden. De orgeladviseurs denken dan mee over een geschikte plek. Het verplaatsen van een orgel is een zorgvuldige klus waar heel veel vakmanschap voor nodig is. Ook moet het orgel weer opnieuw worden geïntoneerd omdat elke ruimte anders klinkt. Maar natuurlijk is het fantastisch als een mooi historisch orgel een goede nieuwe plek kan krijgen.
Tekst: Lydia Vroegindeweij
De foto’s van Terry Benjamins zijn gemaakt in de Nicolaïkerk in Appingedam. Het historische Hinsz-orgel wordt daar uit elkaar gehaald voor een grondige onderhoudsbeurt. Meer lezen over dit orgel of over de restauratie.