Barokorgels hebben soms een speels effectregister dat een vogel imiteert, de Nachtegaal, Rossignol of Vogelsang. In Nederland treffen we die helaas nauwelijks aan. Maar een klanklandschap met vogelgeluiden in de kerk nabootsen kan gelukkig ook op een andere manier.
Met oudere leerlingen kan ook een technische uitdaging worden aangegaan om zelf een nachtegaalregister te bouwen, gebaseerd op de waterfluit.

Vogels imiteren

Er bestaan originele fluitjes waarmee vogels te imiteren zijn. De Audubon Bird Call is een klein instrumentje van hout en metaal. Draait men het houtje met lichte druk om de metalen spil, dan ontstaan geluiden, waar allerlei zangvogels iets in denken te herkennen. Gecombineerd met de akoestiek van de kerk levert dat een fantastisch effect op. Een paar kinderen spelen voor ‘vogel’ en samen met de organist improviseren zij bijvoorbeeld een boswandeling.

Vogelconcert in de kerk

In een aansluitend concert past daarbij uitstekend orgelliteratuur met vogelimitaties, zoals:

  • Capriccio sopra il Cucu van Johann Caspar Kerll
  • Englische Nachtigall – anonymus uit het ‘Celler Clavierbuch’
  • Engels Nachtegaeltje van Jacob van Eyck
  • Le Coucou van Louis Claude Daquin
  • Eine Nachahmung der Nachtigall auf die Orgel van Johann Ludwig Krebs
  • La Poule van Jean-Philippe Rameau
  • Organ Concerto ‘The Cuckoo and the Nightingale’ van Georg Friedrich Händel
  • Chants d’Oiseaux van Olivier Messiaen.
  • Kies de orgelliteratuur die je in een concert wilt spelen.
  • Nodig enkele kinderen uit om samen het concert voor te bereiden (het improvisatiedeel).
  • Nodig het gewenste publiek voor het concert uit.
  • Enkele vogellokfluitjes (bijv. van Audubon, https://audubon-birdcall.com/, verkoopadressen op deze website)
  • Koekoeksfluitje en eventuele andere toepasselijke geluidseffecten (bijv. regenmaker)
  • Bladmuziek orgelliteratuur vogels.

Tips voor de uitvoering:

  • Vertel het publiek vooraf niets over de vogelgeluiden. Vermeld in de uitnodiging enkel het concertprogramma. De verrassing zal groter zijn.
  • Bepaal of het vogelconcert al klinkt als het publiek de kerk binnenkomt. Men waant zich dan niet in een kerk, maar in een bos vol vogels.
  • Bedenk of de kinderen met de fluitjes op een vaste plaats in de kerk staan (waar en hoe verdeeld?) of door de kerk lopen. Het verrassingseffect is groter als de kinderen niet direct zichtbaar zijn.
  • Spreek met de kinderen het verloop van de improvisatie af. Bijvoorbeeld: de kinderen beginnen met de vogelgeluiden. Op enig moment gaat het orgel voorzichtig meeklinken, maar de kinderen gaan ook door met hun geluiden. Zodra het orgel luider klinkt of een afgesproken melodie inzet, stoppen de ‘vogels’ even na elkaar.
  • Het spel van de vogels kan ook aan het eind weer klinken als overgang van muziek naar stilte.
  • Geef de kinderen de kans om het applaus in ontvangst te nemen, ook als ze tijdens het concert niet zichtbaar waren.
  • De kinderen nemen kennis van imitaties van vogelgeluiden in de muziek van de barok en de gewoonte om deze en andere effectregisters op een orgel te bouwen.
  • De kinderen nemen deel aan een improvisatieconcert met vogelgeluiden en orgel.

Voorbereiding:

  • tijd voor instuderen concertmuziek
  • kinderen uitnodigen

Uitvoering:

  • instructie en improvisatie uitproberen: 15 minuten
  • concert: 30 minuten