De Junglekraai is een educatief project voor schoolklassen van het basisonderwijs of anderszins, geschikt voor kinderen vanaf vier tot en met zeven jaar.
Het project is ontwikkeld en wordt verzorgd door Marit Doodeman (verteller) en Mark Heerink (organist).
Mark Heerink is onder andere werkzaam als stadsorganist in Hoorn.
Programma
De kinderen worden ontvangen in de kerk en er wordt verteld wat er allemaal te zien is. Uiteraard wordt er ook aandacht besteed aan het orgel. Vervolgens gaan de kinderen in een kring zitten en wordt het sprookje De Junglekraai verteld:
‘In een land hier ver vandaan leven de junglekraaien in een dicht, donker bos. De kraaien hebben het daar prima naar hun zin behalve één. Hij vindt de bossen donker en ongezellig, hij houdt van licht en kleuren. Daarom besluit hij om op reis te gaan, op zoek naar het zonlicht. Tijdens zijn reis naar het onbekende komt hij verschillende dieren tegen. De kleine vriendelijke zangvogeltjes en ook de wijze uil die hem goede raad geeft. Maar de kraai had geen rekening gehouden met gevaar. Zou hij uit de klauwen kunnen blijven van de wilde boskat?’
In dit sprookje komen verschillende karakters en situaties voor die muzikaal worden uitgebeeld op het orgel. Zo zijn er onder andere de zwarte junglekraai, de grijze grote uil, een groep kleine blauwe zangvogeltje en een rode wilde boskat. Elk sprookjesfiguur heeft een heel eigen melodie en klankkleur en ook het donkere bos en het gele zonlicht hebben een geheel eigen geluid. Door de grote diversiteit aan karakters en situaties in het sprookje kunnen allerlei mogelijkheden van het orgel benut worden. Aan het einde van het sprookje worden alle figuren en ook het donkere bos en het zonlicht nog een keer voorgespeeld en wordt aan de kinderen gevraagd of ze de klanken herkennen en kunnen benoemen.
Impressie van de voorstelling
Na de vertelling
Vervolgens gaan de kinderen naar een plek waar stoelen en tafels klaarstaan. Hier maken zij met kleurkrijt een tekening van de figuren uit het sprookje. Tijdens het tekenen mogen de kinderen in groepjes het orgel bekijken en krijgen ze uitleg hoe het instrument werkt. Ook mogen ze zelf het orgel uitproberen en aangeven welke klankkleur ze graag willen horen.
Tijdplan
Het programma duurt maximaal 1 uur.
- De kinderen komen binnen ii in de kerk en krijgen uitleg over wat er allemaal te zien is (10 min.).
- Verhaal afgewisseld met orgelmuziek (10 min.).
- Maken van een tekening over de sprookjesfiguren, het donkere bos en het zonlicht. Ondertussen mogen de kinderen in groepjes het orgel bezoeken en krijgen ze een demonstratie en uitleg over het instrument en mogen ze zelf kort het instrument bespelen (25 min.).
- De kinderen bekijken elkaars tekeningen en leggen aan elkaar uit wat ze hebben getekend (5 min.).
- Kinderen gaan terug naar school.
In het leerplan
Dit educatieve project voldoet aan de volgende kerndoelen en onderwijscompetenties zoals gehanteerd door het ministerie van OCW:
Kerndoelen kunst & cultuur
- 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
- 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
- 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Competenties kunst en cultuur C – zicht
- Creërend vermogen: de leerling denkt, creëert en produceert op creatieve wijze.
- Vermogen zich te presenteren: de leerling kan cultuuruitingen van zichzelf en anderen presenteren en toelichten.
- Reflectief vermogen: de leerling kan cultuuruitingen van zichzelf en anderen analyseren, interpreteren en waarderen.
- Receptief vermogen: de leerling kan zich openstellen voor culturele uitingen.
Meer informatie
Voor informatie over het programma en/of het boeken van dit project, neem contact op met Mark Heerink.